Samen luchtkwaliteit meten

Afgelopen week organiseerden we een meetup over het meten van luchtkwaliteit bij waag in Amsterdam. Lukas van het project Luftdaten kwam over uit Duitsland om over het project te praten en uitleg te geven over de sensoren en de infrastructuur.


Luftdaten is een “doe-het-zelf” community, een online (open source) platform en open-hardware [zie afbeelding]. Iedereen die deelneemt denkt mee en er wordt geëxperimenteerd met verschillende sensoren en indicatoren van luchtkwaliteit. Zelf-organisatie wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Het delen van ideeën en configuraties, projecten, maar ook problemen, en hoe deze kunnen worden opgelost zorgt voor een dynamische en levende omgeving waar in principe iedereen aan kan deelnemen.

Omdat Nederland na Duitsland een groot aantal deelnemers laat zien op het Luftdaten platform waren we nieuwsgierig wie er belangstelling zouden hebben. Met een opkomst van bijna 20 personen konden we enthousiast van start!

De meetup was interactief, zoals wij al onze meetups proberen te organiseren. Er waren dan ook veel discussies over het meten van luchtkwaliteit. De kwaliteit ten opzichte van “professionele” sensoren werd veel besproken.


Vanuit Luftdaten willen ze vooral aansluiten bij gerelateerde projecten en zoeken of er een gemeenschappelijke “community” kan worden opgezet. Luftdaten toont informatie van sensoren, de metingen van de aangesloten sensoren worden getoond op een kaart. Het is de ambitie het aantal sensoren te laten groeien en samen te werken aan het verbeteren van de kwaliteit door iedereen toegang te geven tot de ruwe gegevens.

Lukas vertelde dat in Duitsland een officieel test traject voort de sensoren is uitgevoerd in samenwerking met instituten en academici. Een van de bevindingen was dat de kwaliteit van de sensoren van Luftdaten niet per definitie slechter is en dat met name de snelle manier om een groot aantal sensoren te plaatsen zeer interessant is. Ook nodigde Lukas Nederlandse instanties en universiteiten uit om onderzoek te doen en mee te helpen om van Luftdaten een waardevol platform te maken. Tijdens de presentatie van Lukas werd er veel gevraagd en gediscussieerd.


Na de presentatie kregen de aanwezigen de mogelijkheid te vertellen over waarom ze waren gekomen en wat ze graag zouden willen.

  • Een van de aanwezigen vertelde dat bij de gemeente Haarlem een tijdje met een ander type sensor is geëxperimenteerd en dat hierbij vooral calibratie lastig was. Zo waren er bijvoorbeeld fluctuaties in de temperatuur van tientallen graden.
  • Bij Leidschendam-Voorburg worden RIVM sensoren, zogenaamde paddenstoelen, ingezet waarbij ook NO2 wordt gemeten, de doe-het-zelf sensoren van Lufdaten meten op dit moment enkel deeltjes (PM2.5 en PM10 voor ingewijden) en temperatuur. Bij Leidschendam-Voorburg zijn momenteel 10 sensoren actief die door 6 personen worden geanalyseerd. Ook hier waren problemen met calibratie, maar ook met (omgevings)omstandigheden. Bij de Luftdaten sensoren had men ook vreemde problemen met de PM10 sensor; boven een bepaalde waarde werden gewoonweg geen metingen meer doorgestuurd. Het collectief uit Leidschendam-Voorburg gaf aan graag mee te willen helpen bij het beoordelen van sensoren (Kosten vergelijken, nauwkeurigheid, precisie en benodigde kennis). Lukas gaf aan dat in Gdansk officiële meetstations als referentie stations worden ingezet en dat juist de combinatie van doe-het-zelf en (formeel) gekalibreerde sensoren voor analisten en onderzoekers waardevol is.
  • In Arnhem wordt momenteel door activisten en de politiek gedebateerd over luchtkwaliteit. Een aanwezige (van “de activisten”) vertelde dat men zich momenteel aan het organiseren is in een kleine groep rondom fijnstof metingen. Op dit moment zijn ongeveer 80 sensoren actief. Lukas gaf aan dat er momenteel wordt gekeken of de kaart op Luftdaten ook kan weergeven welke groepen waar actief zijn.
  • In Leiden en Haarlem zijn metingen uitgevoerd onder het “HackAir project”. Dit project is beeindigd. Voor het project zijn destijds zo’n 600 sensoren uitgegeven waarvan er momenteel nog maar 20 actief zijn. Het is interessant te onderzoeken waar deze sensoren zijn gebleven en de mogelijkheid te bekijken of verschillende tijdelijke initiatieven elkaar kunnen helpen.
  • Een aanwezige vertelde dat in Bodegraven 6 sensoren zijn geplaatst waarvan een zelfs in een kippenboerderij. Er zijn nog 2 sensoren actief, sensoren zijn beschadigd geraakt of kapot gegaan door neerslag, maar ook doordat muggen bijvoorbeeld de meetbuisjes verstopt hebben. Een belangrijke wens was om luchtkwaliteit nabij een snelweg te meten. Er was veel discussie, ook in de lokale politiek, over de luchtkwaliteit. De officiele meetstations van RIVM bevonden zich echter op minimaal 15 kilometer afstand van de te onderzoeken weg en milieudefensie wilde graag echt meten om de discussie te kunnen ondersteunen. Uiteindelijk leverde de provincie Zuid-Holland 20 “paddenstoelen”. Hiervan zijn er momenteel nog 2 actief. Een andere aanwezige meende; RIVM is geen software- en geen hardwarebedrijf. Ook kwam uit de discussie nog een aandachtspunt kalibratie door RIVM neemt veel tijd in beslag waardoor metingen niet altijd “in het heetst van de strijd” aanvangen. Dit frustreert de dialoog met de politiek. Lukas denkt dat de doe-het-zelf sensoren hier een oplossing zouden kunnen bieden. Je kunt dan immers wel tijdig beginnen met meten. Een andere aanwezige geeft aan dat we dan wel moeten gaan werken aan de betrouwbaarheid en kwaliteit, anders werkt het averechts.
  • André van Scapeler was ook aanwezig. André heeft veel ervaring met het bouwen en inzetten van sensoren en is geïnteresseerd in de community achter Luftdaten. Met name het open, niet-commerciële karakter spreekt aan.
  • Luchtwachters Delft was ook vertegenwoordigd. Zij hebben in Delft momenteel 20 sensoren en zetten deze vooral in om bewustzijn te vergroten en de dialoog met de gemeente en de politiek te openen. Het valt hen op dat vooral hoogopgeleiden geïnteresseerd zijn in fijnstof meten en willen onderzoeken hoe het grote publiek kan worden betrokken. Ook ervaren ze problemen met continuïteit, met name de luchtvochtigheid sensoren gaan relatief snel kapot in het vochtige klimaat dicht aan de kust. De luchtwachters willen graag deelnemen in de community om ideeën uit te wisselen, maar ook om te kijken naar bijvoorbeeld het meten van gassen naast deeltjes.
  • Waag (nogmaals bedankt voor het beschikbaar stellen van de fantastische ruimte!) is ook aan het experimenteren met verschillende sensoren en bouwt zelf ook sensoren. Waag wil wat ze doen graag delen.
  • In Nijmegen wordt gemeten met andere sensoren, maar er is grote interesse om de gegevens uit de sensoren ook beschikbaar te kunnen stellen, bijvoorbeeld via Luftdaten. Het zou zinvol zijn te kijken hoe “communiceren met meet data” kan worden omgezet in “welke problemen kunnen we oplossen met onze sensoren”. Een aanwezige stelde dat het met sensoren een beetje doet denken aan ruimtelijke gegevens 10–15 jaar geleden; er dient te worden gewerkt aan standaarden en afspraken.

Algemeen werd gesteld dat het zeer zinvol zou zijn om ervaringen (“use cases”) met elkaar te gaan delen. Bijvoorbeeld; waarschuwingen uitgeven wanneer de luchtkwaliteit bij scholen gevaarlijk wordt of een draagbaar apparaat of een app ontwikkelen waarmee astma patiënten worden geïnformeerd over de omstandigheden.

Al met al een fijne open bijeenkomst waar mensen met elkaar in dialoog zijn gegaan en contacten hebben gelegd om verder te gaan met het meten van luchtkwaliteit!


Persoonlijk zie ik vooral in “samen” de potentie. Vele ogen maken het mogelijk om tot kwaliteit te komen en vroegtijdig te signaleren wat wel en niet goed werkt. De perfecte sensor bestaat niet. Maar als we op grote schaal samen experimenteren en onze experimenten delen, dan kunnen we de grote, dure en op beperkte schaal opererende formele meetnetten, versterken en verbeteren.


air, codefornl