Oorspronkelijk geplaatst op bpoc2020.nl
Ik zit hier als oud voorzitter van de stichting Code For NL op persoonlijke titel. Code For NL is een “community”, wij brengen ontwikkelaars/developers en designers samen om samen software te produceren en mee te praten en denken met IT-projecten die bijdragen aan de digitale transformatie van gemeenten, andere overheden en de samenleving als geheel. Op deze manier proberen wij de kwaliteit en transparantie van overheids-IT te stimuleren. Het grootste deel van onze community bevindt zich online, op een platform genaamd Slack. Naast online activiteiten organiseren we ook themabijeenkomsten over bijvoorbeeld IT en ethiek, open IT-initiatieven uit de samenleving en het vergroten van kennis en begrip over wat IT is en kan.
Op 8 april 2020 hebben wij meegeschreven aan voorwaarden waaraan IT van de overheid ter ondersteuning van het beleid zou moeten voldoen; dit manifest is gepubliceerd op veiligtegencorona.nl [1]. Via de community kwam ons ter ore dat het ministerie van VWS 18 en 19 april een “appathon” zou organiseren voor een app “die mensen verantwoordelijkheid geeft bij het traceren van besmettingen en rapporteren over gezondheidsklachten” [2]. Wij hebben toen onze leden opgeroepen mee te kijken naar de livestream van de appathon en te discussiëren op ons online platform. Enkele honderden leden hebben hier gehoor aan gegeven, wat resulteerde in een goed beeld van de verschillende aanbieders en de kwaliteit van de verschillende oplossingen. Na de appathon waren in de media de commentaren niet mals; privacy organisaties roerden zich en er was veel kritiek. Als Code For NL hadden we echter ook een zekere (positieve) “bijvangst” geconstateerd; dit was de eerste keer dat de overheid een IT-project startte in relatieve openheid, wat deskundigen en critici al in een vroeg stadium de mogelijkheid gaf problemen te duiden. Ondanks het feit dat we over de doelmatigheid van deze app verdeeld waren, wilden we dit toch als positief signaal publiceren. Dit werd opgepakt door de CIO van het ministerie van VWS, die vervolgens bij ons de vraag uitzette of Code For NL kennis en kunde wilde leveren om mee te helpen om de juiste app te bouwen. Als voorzitter ben ik nooit overtuigd geweest van de haalbaarheid en de doelmatigheid van de app, maar ik vond het zo belangrijk dat het bouwproces open zou plaatsvinden dat ik mij aansloot bij de beslissing om dit proces te gaan faciliteren. Vervolgens heeft het ministerie van VWS leden van Code For NL individueel benaderd om mee te bouwen. Zelf ben ik ook benaderd, maar heb ik bedankt; meebouwen ging mij toch een stap te ver voor een app die in mijn ogen omstreden is. De belangrijkste reden dat ik met deze app “kon leven” was de vrijblijvendheid. Mensen zouden niet verplicht worden de app te gebruiken. Dit stelde mij gerust en ondertussen kon ik mijn kritische geluid laten horen en zelfs het proces bewaken en in de gaten houden.
Het werd een succes [3]. De app werd met hoge kwaliteit ontwikkeld en was al snel beschikbaar. Wel was het wachten op een wet die het inzetten van de app mogelijk maakte. Dit was naar ik achteraf begreep de belangrijkste reden dat het opleveren van de app een aantal keer is uitgesteld.
Het proces was duidelijk ook bevallen aan de kant van het ministerie van VWS; begin januari 2021 werd ik namelijk benaderd door een dame die zich aankondigde als “community manager” vanuit het ministerie van VWS voor het bouwen van een nieuwe app. Vanuit Code For NL vinden wij de rol van community manager belangrijk; het is een persoon die onafhankelijk in een proces/project plaatsneemt en de communicatie mogelijk maakt en ondersteunt. Nadat de community manager kort had aangegeven wat de app functioneel zou gaan doen - een concept voor testbewijzen - gaf ik aan dat ik persoonlijk tegen een dergelijke app was, maar het meedenken en doen uiteraard weer mogelijk wilde maken.
community manager belangrijk; het is een persoon die onafhankelijk in een proces/project plaatsneemt en de communicatie mogelijk maakt en ondersteunt. Nadat de community manager kort had aangegeven wat de app functioneel zou gaan doen - een concept voor testbewijzen - gaf ik aan dat ik persoonlijk tegen een dergelijke app was, maar het meedenken en doen uiteraard weer mogelijk wilde maken. Langzaam begonnen de contouren van de app zich te tekenen. Ik begon mij zelf steeds meer af te vragen of een dergelijke app wel wetmatig was. Zelfstandig concludeerde ik dat er een discriminatie- element in de app zat en ik begon hierover vragen te stellen in de community. De community manager organiseerde een aantal online meetings, ik heb daar 2 meetings van bijgewoond. Mij viel op dat de ontwikkelaars die aan het woord kwamen nauwelijks aandacht besteedden aan de wetmatigheid, en vond in mijn ogen het ethische aspect onvoldoende belicht. Ondertussen ging de ontwikkeling wél gewoon door. Ik vroeg een aantal keer of het niet beter zou zijn de ontwikkeling te pauzeren tot de wetmatigheid was onderzocht of in ieder geval vanuit de regering was goedgekeurd. Hier kreeg ik geen reactie op. Ik kreeg een ongemakkelijk gevoel. Het kwam op mij over alsof de app er “koste wat het kost” zou komen. In de media verschenen de eerste berichten over een wet die in de maak zou zijn om de app mogelijk te maken. Ik werd steeds luider in mijn roep om duidelijkheid en verzocht herhaaldelijk om terughoudendheid. Hier werd weinig op gereageerd tot op een gegeven moment de reacties mijn kant op de tendens kregen van “Ja, Milo, nu weten we het wel” en “Je hoeft niet steeds hetzelfde te herhalen”. Ondertussen werd heel gemakkelijk gepraat over misbruik voorkomen en uitsluiting van groepen. Wat mij ook verbaasde was dat de app vooral gericht was op niet-publieke functies; concerten, evenementen, horecabedrijven. Dit deed bij mij nog meer vraagtekens rijzen: waarom bouwt de overheid een app die de commerciële sector tot discriminatie “dwingt”? Waarom doen die sectoren dat niet zelf? Want als uiteindelijk blijkt dat de app discrimineert; betekent dit dan dat je als gewone burger verhaal moet halen bij de overheid? Of bij de instantie die jou de toegang heeft geweigerd?
Hoe meer vragen ik stelde, hoe vervelender de situatie in mijn ogen werd. Ik was echt wel ongemakkelijk van deze hele situatie. Ik vond nauwelijks medestanders en de mensen die wél begrip hadden, meldden zich bij mij via één op één communicatie, niet via de openbare kanalen. Ik vond dit een zeer slecht teken.
Toen op een dag een lid zich in een van de publieke kanalen meldde met de mededeling dat hij mensen zocht om mee te werken aan een app om “restjes” vaccin te kunnen mengen en distribueren, knapte er iets bij mij. Ik was helemaal klaar met het gemak waarom IT’ers zeer ingrijpende “oplossingen” maken zonder stil te staan bij de sociaal-maatschappelijke consequenties. Ik reageerde fel en zei letterlijk “Ik wacht wel even tot jij je vaccin hebt gehad”. Hierop haalde een ander community-lid fel uit en gaf aan dat hij vond dat ik dit als voorzitter niet kon zeggen.
Ik heb vervolgens wat afstand genomen en mijzelf afgevraagd hoe ik in deze positie was gekomen. Terugkijkend moet ik constateren dat de coronacheck, de naam die het concept voor testbewijzen uiteindelijk kreeg, er MOET komen. Ik voelde mij bedrogen en vond dat onze stichting was misbruikt om een illusie van transparantie en openheid te wekken op een ontwikkelproject dat al bepaald was. In de stand van zakenbrief COVID-19 dd. 2-2-2021 [4] werd dit voor mij bevestigd; Minister de Jonge zegt hierin dat “de voorbereidingen zijn gestart” (de app was toen al zo goed als klaar) en dat “transparant werd samengewerkt met Code For NL”. Het was inderdaad wel transparant, maar van samenwerking was nauwelijks sprake en voor kritische geluiden was geen luisterend oor. Voor mij was het een voldongen feit. Ik heb vervolgens mijn conclusie getrokken en besloten mijn positie als voorzitter neer te leggen.
Ik heb altijd gestreefd naar inclusiviteit; iedereen is welkom bij Code For NL, kritische geluiden mogen worden geuit, tegenstanders kunnen elkaar, mits met respect, opzoeken. Ik merk echter dat ook de Code For NL community eenzijdig is; het zijn voor het grootste deel IT’ers en ambtenaren, mensen die nauwelijks financieel worden getroffen door de maatregelen. Ik kan het niet meer opbrengen om telkens de boeman te zijn, om steeds weer te vechten tegen die bierkaai die in mijn ogen wél beslist voor anderen en ingrijpende software en systemen maakt, maar nauwelijks stilstaat bij de consequenties. Dit staat haaks op mijn motivatie om destijds Code For NL te starten.
“Doe bij een ander niet wat gij niet wilt dat u geschied” is in mijn ogen overtreden door het “dreamteam” van het ministerie van VWS dat de coronacheck realiseert. Code For NL faciliteert dit en dat is niet goed. De coronacheck app dient te worden getoetst aan de grondwet en tot die tijd mag er geen (belasting)geld worden verkwist aan de hobby van enkelen. De minister zou zich dit moeten realiseren en de CIO van het ministerie van VWS ook. Deze ontwikkeling dient te worden stopgezet.
Veiligtegencorona.nl is een website waarop privacy-kritische partijen een manifest hebben opgezet waarin staat waaraan de coronatestapp zou moeten voldoen. Is de privacy voldoende? Is de kwaliteit van de software voldoende? Dat manifest staat nog steeds op die plek. Hier hebben verschillende partijen aan meegewerkt: onder andere Bits of Freedom (een privacy organisatie) en Stichting Waag (een stichting die zich bezighoudt met innovatieve IT en kunst).
Wat zijn uw bezwaren tegen de coronatestapp?
Het begint met de manier waarop wordt gemeten of een persoon bij een andere persoon in de buurt is geweest. Dat gebeurt op basis van bluetooth signalen. Als wij langer dan X minuten bij elkaar in de buurt zijn, dan wordt geschat dat wij op minder dan 1.5 meter zijn geweest. Wij krijgen dan een registratie in het systeem. De kwaliteit van de afstandsbepaling is naar mijn idee te grof. Wij kunnen op anderhalve meter zitten en niet gedetecteerd worden, maar we kunnen ook op vijftien meter afstand zitten en wel gedetecteerd worden. Het is onmogelijk om een app zo gevoelig te maken. Mijn bezwaar is dat mensen op basis van deze app in quarantaine moeten. Als we het puur technisch bekijken, zit er teveel ruis in de manier waarop contacten worden vastgesteld. Als IT’er kan ik er niet tegen dat wij onzuivere registraties gebruiken. Mijn bezwaren bij de coronatestapp zijn altijd gehoord. Uiteindelijk is besloten dat op basis van deze app geen verplichtingen konden worden opgelegd. Vanwege de vrijblijvendheid had ik met deze app minder problemen.
Wat zijn uw bezwaren tegen de Coronacheck-app?
Deze app houdt geanonimiseerd bij wanneer men getest is. Die informatie wordt vanuit de GGD toegestuurd. Op basis daarvan kan men op bepaalde locaties wel of niet naar binnen. Op het moment dat deze app bij ons werd aangediend, was nog niet duidelijk wat er de bedoeling van was. Ook was niet duidelijk wie eraan zou werken. Dit was dan ook één van de eerste vragen die opkwam en hebben wij intern bediscussieerd. Na een tijdje begon het mij duidelijk te worden dat het hier ging om testbewijzen en heb ik weer vragen gesteld. Ik vroeg mij af of dit wetmatig gezien wel kon. Ik heb tegen de app ook morele bezwaren. Vanuit persoonlijke motivatie geloof ik niet in het uitsluiten van mensen uit de samenleving. Ik heb hier een verkeerd gevoel bij. Tot nu toe hebben wij in Code for NL altijd de ruimte gehad om met elkaar in debat te gaan en elkaar eventueel te overtuigen. Echter bleef het nu stil. Normaal gesproken zou er tussen ongeveer 150 mensen een debat plaatsvinden. Ik kwam al vrij snel met het bezwaar dat er een stuk discriminatie bij deze app komt kijken. Ik merkte dat er weinig reactie kwam. Het voelde alsof de vraag ontweken werd. Vervolgens heb ik ook één op één met mensen gesproken. Die adviseerden mij dan om het tijdens vergaderingen kenbaar te maken. Echter ben ik al een tijdje binnen de stichting kritisch op het coronabeleid, maar dit valt buiten de doelstelling van de stichting. Ik voel mij gesteund door artikel 1 van onze Grondwet waarin staat dat mensen in gelijke situaties gelijk behandeld dienen te worden. Het is mijn mening dat de discussie over de ernst en besmettelijkheid van het coronavirus eerst gevoerd dient te worden, voordat men een dergelijke app gaat ontwikkelen. Ik heb morele bezwaren tegen deze app en wil mijn naam er niet aan verbinden. De technologie kan in theorie gebruikt worden om mensen uit te sluiten op basis van welk fysiek kenmerk dan ook. Als de overheid bereid is om een dergelijke app te ontwikkelen en een wet te maken om deze app te kunnen gebruiken, staan we wat mij betreft aan het begin van het einde.